Ree
Ree wild vestigt zich bij voorkeur in gebieden waar dichte, ondoordringbare kreupelbosjes afgewisseld worden met akkers en weilanden, onderling verbonden door hagen en begroeide wallen.
Reeën zijn heel kieskeurige knabbelaars die, liever dan in een malse weide hun kostje bijeen grazen, hier en daar wat kruiden, blaadjes, eikels, bessen, paddenstoelen, bloemen of allerlei jonge scheuten.
In de zomer is de vacht, de zogenaamde zomerdos, mooi roodbruin van kleur. De dikkere winterdos is eerder donkergrijs
Ongeveer half juli begint voor de reebokken de bronsttijd. Rond 1 augustus wordt er een hoogtepunt bereikt. Een reegeit blijft 3 à 5 dagen bronstig.
Een viertal maand blijven de vruchtjes onveranderd in de baarmoeder van de reegeit bewaard. Pas rond half december gaan ze zich in de baarmoederwand nestelen om verder te groeien. Dit fenomeen heet uitgestelde innesteling of vertraagde implantatie. Vanaf dat ogenblik verloopt de ontwikkeling van die vruchten heel normaal tot bij de geboorte, ongeveer vijf maanden later.