Hert

Als biotoop verkiest roodwild uitgestrekte, rustige bossen, overwegend met loofhout maar ook naaldhout, liefst afgewisseld met open vlakland
Een volwassen mannelijk hert bereikt een schofthoogte van 130 cm en een lichaamslengte van 200 cm. Roodwild heeft een duidelijk zichtbare staart, tot 15 cm lang. Het lichaamsgewicht van een hert bedraagt 120 à 180 kg .
Een hinde (vrouwelijk edelhert) weegt ongeveer 70 kg. Een smaldier (hinde in haar tweede levensjaar, voor ze haar eerste kalf gezet heeft) bereikt een gewicht van ongeveer 60 kg.
Het zomerkleed van het roodwild is inderdaad opvallend roodbruin van kleur, met een duidelijk blekere, roestkleurige spiegel. Het dichtere winterhaar is meer donker- tot grijsbruin.
Het verharen gebeurt in de maanden april en mei en opnieuw in de maanden september en oktober. Vanaf de bronsttijd vertoont het hert lange, donkere haren onderaan de hals, de zogenaamde bronstkraag of bronst manen.
Vanaf september ontstaat er onder het roodwild een geleidelijk toenemende onrust en activiteit.
Na een dracht van 8 maanden wordt in mei/juni een kalfje gezet.
De voor roodwild kenmerkende familieband is: hinde/kalf/smaldier of jaarlinghert. In die volgorde verplaatsen ze zich ook en meestal treden ze zo de dekking uit.